Bij Harkstede liggen twee voormalige zandwinplassen: Borgmeren (70 ha) en de Scharmerplas (20 ha). Vanwege de ontstaansgeschiedenis is het bodemprofiel van Borgmeren grillig. Er zijn diepe gaten (tot ruim 20 meter), steile taluds, maar ook ondiepe uitlopers en plateaus.
Op de westelijke en zuidelijke oevers (parkeren langs de Bieleveldslaan/Herenlaan) zorgen brede rietkragen en ruige bosschages voor een ongerept, natuurlijk karakter. De beter bereikbare visplekken bevinden zich in de woonwijk aan de noordzijde van de plas. De kade en steiger aan de Johan Rengerssingel zijn bijvoorbeeld populair bij witvissers. Hoewel de sloten en kommen tussen de wooneilanden in verbinding staan met het meer, levert vissen op die plekken zelden echt goede vangsten op. Ook de winterhotspots liggen tegen de verwachting in niet tussen de bebouwing, maar juist op het open water.
Witvissen op de Borgmeren
De witvisser kan met brasems van gemiddeld 1,5 kilo (met uitschieters tot vijf pond) en blankvoorns van gemiddeld ongeveer 200 gram (met kanjers tot wel twee pond) heerlijk vissen op de Borgmeren. Met de feederhengel is het allereerst zaak om een vlak stuk bodem te vinden zodat de voerkorf goed blijft liggen. Dergelijke stekken bevinden zich veelal op 30 tot 50 meter afstand (waar het zes à zeven meter diep is) zodat een 30- tot 40-grams speedkorf volstaat.Kies voor een wolkend voer dat in het heldere water een waas veroorzaakt. De vaste hengel is vanwege de steile taluds, de waterplanten en het goede doorzicht vaak minder effectief. De uitzondering op deze regel is donker weer en een diepte van minimaal 2,5 meter op de stek. De west- en zuidoever lenen zich voor een wadende aanpak, zowel met de feeder- als de vaste hengel. Matchvissen met een schuivende montage is door het diepere water relatief dichtbij de kant ook mogelijk.
De kade en de steiger aan de Johan Rengerssingel zijn geliefd bij witvissers.
Grote karpers vangen
Met meerdere vissen die over de veertigpondsgrens heengaan biedt de Borgmeren een echte uitdaging voor wie op zoek is naar grote karper. De moeilijkheidsgraad ligt vanzelfsprekend hoog; verwacht als nieuweling niet direct veel te vangen. De meest succesvolle karpervissers steken veel tijd in het doorgronden van het water om zo de hotspots te ontdekken. Met veel onderwatervariatie – zowel qua diepte als vegetatie – is dat geen sinecure.Tip: raadpleeg de gratis Navionics ChartViewer dieptekaart (webapp.navionics. com) en selecteer een interessant gebied om aan het water verder te ontdekken. De karpers kunnen vrij kieskeurig zijn als het gaat om aasvoorkeur en de diepte waarop ze uithangen, dus varieer met voer en haakaas (niet alleen boilies) en leg de montages op verschillende visdieptes in. Durfallen scoren hier soms goed met de zig-rig.